NL EN
DE FR
Algemene informatie

Algemene informatie


‘Een optimale tuin' - Het arboretum bij Het Depot

Wandelen door de botanische tuin De Dreijen is een belevenis. Telkens ontwaar je nieuwe doorkijkjes met prachtige bomen, struiken en bloemen. Beter kijkend verbaas je je over de wonderlijke wereld van het plantenleven. Wat te denken van een boombast vol met bosjes lange stekels, zoals je die van cactussen kent? Of een boom vol witte ‘zakdoekjes’, die bloemen blijken te zijn?


Het grastapijt is frisgroen. De vijver met de moerasplanten ziet er overduidelijk nieuw uit. De stroken lavendel in het gras ook. Twee jaar lang heeft een team van vijf tuinlieden en een biologe van de Stichting Utopa dagelijks aan de renovatie van de historische tuin gewerkt. Zichtlijnen zijn hersteld en het onkruid is verwijderd.

 


 

Oude glorie
De laatste jaren had de tuin flink achterstallig onderhoud opgebouwd. De eigenaar, Wageningen Universiteit, heeft niet meer de middelen om de tuin adequaat te onderhouden. Bovendien is dit soort tuinen niet meer nodig voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Het Depot besloot het beheer – niet het eigendom – op zich te nemen. De tuin vormt immers zo’n prachtige verbinding tussen Villa Hinkeloord en de nieuwe accommodatie van Het Depot! De kans om de tuin zijn oude glorie terug te geven, wilde Het Depot niet missen. Bezoekers kunnen nu, van het ene gebouw naar het andere wandelend, genieten van de overweldigende vormen, kleuren én geuren.
 

 

Mammoetboom
Prachtig zijn de collecties van bijvoorbeeld pioenrozen, hosta’s en blauwe regen; sommige collecties behoren tot de Nationale Plantencollectie. Of knuffel met de imposante mammoetboom (Sequoiadendron giganteum). De bruine dikke, vezelige boombast is zo zacht, dat hij wat indeukt wanneer je erop stompt. De natuur heeft overigens niet zomaar zo’n bast bedacht. Voor alles bestaat een reden. De bast beschermt deze van oorsprong Amerikaanse naaldboom tegen bosbrand. Overslaande vlammen krijgen niet goed vat op de isolerende bastlaag. Deze schroeit alleen maar een beetje. De mammoetboom is een ouwetje in deze tuin: hij is geplant bij het begin van de tuin in 1896. Hij reikt al zo’n dertig meter hoog, maar kan nog flink groeien in lengte en breedte. Aan bomen is overigens niet altijd te zien dat ze heel oud zijn. Verderop in de tuin staat een honderdjarige dwergvorm van de Spaanse aak (Acer campestre 'Nanum') van maar net 2 meter. Ook imposant, maar op een andere manier.

Zo zijn er meer bomen vanaf de start van de tuin 115 jaar geleden. Zij hebben de Tweede Wereldoorlog doorstaan. De bombardementen op de Wageningse Berg hebben in de omgeving en ook hier veel schade aangericht. Dankzij schenkingen van andere tuinen is veel hersteld. De Boshoek met zijn vooral inheemse loofbomen bleef deels ongeschonden. Het is een prachtige plek, elk seizoen weer. In de herfst door de kleurende bladeren, in de winter ligt het accent op vormen van de bomen, en in de zomer vind je er verkoeling. Maar het mooist is het voorjaar. Zonnestralen komen door het frisgroene bladerdek en de bodem is bedekt met blauwe wilde hyacinth en wit dalkruid.

 


Leonard Springer
In de Boshoek is het oorspronkelijke tuinontwerp van de befaamde Nederlandse landschapsarchitect Leonard Springer (1855-1940) nog herkenbaar. Het decor van hoge bomen en slingerende paden zijn elementen die zijn ontwerpen typeren. Bomen hoorden bij hem. Behalve als landschapsarchitect maakte Springer ook naam als ‘dendroloog’ ofwel bomendeskundige. Toen het tuinontwerp gereed was, is Springer nog enkele jaren gebleven. De toenmalige Rijkstuinbouwschool die de tuin had laten ontwerpen vroeg hem tuinarchitectuur te doceren.
De tuin begon als schooltuin met ondermeer een bloemisterij, warmoezerij (groentetuin), fruittuin en boomkwekerij. De tuin veranderde in een hortus botanicus – botanische tuin – toen de universiteit na de Tweede Wereldoorlog de tuin kocht om deze te gaan inzetten voor onderwijs en wetenschap. Sindsdien heet de tuin De Dreijen, naar het universiteitscomplex waar de tuin in is opgenomen. Bij de plaatselijke bevolking staat de tuin bekend als ‘klein arboretum’, ter onderscheid van het verderop gelegen grotere arboretum Belmonte.

 

Gemetselde muurtjes
Springer heeft dan wel zijn stempel gedrukt op het tuinontwerp, middenin het park staat de wandelaar ineens in een heel andere sfeer. Hier geen kronkelpaadjes maar juist symmetrie en strakke lijnen, gemetselde muurtjes, een pergola en een langgerekte vijver. Dit is de Baas Beckingtuin, vernoemd naar de ontwerper ervan, Louise Baas Becking (1881-1969), die begin 20ste eeuw conservatrice was van het Arboretum. Het borstbeeld van Carl Linnaeus staat er op een prominente plek. Linnaeus, de beroemde 18de-eeuwse Zweedse plantkundige, was de grondlegger van de wetenschappelijke plantennaamgeving. Planten worden nog steeds volgens zijn systematiek ingedeeld. Aardig detail: de planten die hij heeft beschreven zijn te herkennen aan de L. achter de wetenschappelijke naam. Ook in deze botanische tuin komt de aanduiding L. veelvuldig op naambordjes voor.
De heerlijk geurende cultuurrozen in de Baas Beckingtuin hebben een ‘verjongingskuur’ ondergaan. Van de oude planten zijn stekken genomen en opgekweekt. De rozencollectie kan weer jaren mee. De rozen ruiken zoals vroeger in de tuin van oma. De botanische tuin is een bijzondere ervaring. Vormen en kleuren om naar te kijken, zoete geuren om te ruiken, en overal muziek: fluitende vogels in de Boshoek en kwakende kikkers in de vijver. Als ergens cultuur en natuur naadloos op elkaar aansluiten, dan is het hier, wandelend van Villa Hinkeloord naar Het Depot.

 

 

Het nieuwe Pinetum in De Dreijen

In het najaar van 1895 was een van de dromen van Springer een kleine naaldbomentuin, een pinetum, te realiseren in De Dreijen. Die droom werd gerealiseerd en een aantal van de destijds aangeplante bomen staat er nog steeds.

Niet alleen Leonard Springer had die droom, ook Albert Zweers, onze chef-tuinman, droomde van een groter pinetum in De Dreijen. Albert is dit jaar trouwens 40 jaar werkzaam op het arboretum De Dreijen en op het arboretum Hinkeloord. Hij heeft daar dus heel wat zien gebeuren. Uitbreidingen en aankopen van de Universiteit, maar ook de neergang van de arboreta. Een mooier geschenk voor Albert dan de uitbreiding van het pinetum zouden we ons niet voor kunnen stellen. Hij is er zelf ook heel blij mee.

Een verzameling coniferen was met name in het begin van de vorige eeuw erg in de mode. Zo werd in 1902 in Hilversum door H. Copijn het Pinetum Blijdenstijn aangelegd. Blijdenstijn was een bankier met een liefde voor planten en coniferen in het bijzonder. Maar ook de inktfabrikant Gimborn legde zijn eigen arboretum en pinetum aan. Meestal gingen die arboreta na het overlijden van de stichters over naar universiteiten. Blijdenstijn naar de universiteit van Amsterdam, Gimborn naar de universiteit van Utrecht en zo zijn er nog meer voorbeelden. Op de dag van vandaag zijn er nog maar weinig universiteiten die zelf een botanische tuin in beheer hebben, meestal zijn of worden ze af gestoten en verzelfstandigd.

 


Het bestuur van Stichting Utopa heeft heel wat botanische tuinen bezocht voor dat de beslissing werd genomen De Dreijen uit te breiden. Een bezoek aan het pinetum De Dennenhorst gaf de doorslag. Dit pinetum aan de Boslaan in Lunteren werd in 1934 door ir.H. L. Dinger aangelegd. Hij verzamelde enthousiast en in het eerste jaar werden er 150 coniferen geplant op de ‘kachelhei’. Een terrein vol gaten en kuilen waar de dorpsbewoners grint groeven. Nu staan er ongeveer 1200 verschillende bomen.

Op de Dennenhorst staan coniferen in hun volle wasdom. Daar hebben de bomen dan wel bijna 100 jaar over gedaan. Bij coniferen is het Nederlands gezegde “boompje groot, plantertje dood” bij uitstek op zijn plaats. De indruk van Dennenhorst was dus een blauwdruk voor de aanleg van het pinetum in De Dreijen. Over vijf en twintig jaar zal er iets van die schoonheid en grandeur in Wageningen te zien zijn. Voordat het zo ver is zal er heel wat zorg besteed moeten worden aan de jonge aanplant. Het mooie is dat de oude bomen van Springer als een achtergronddecor fungeren voor de nieuwe aanleg.

Nu zijn er meer dan honderd soorten heesters en bomen geplant, met dank aan onze tuinmannen. Er is keihard gewerkt. En dan hebben we het maar niet over de onderbeplanting, brem, gagel, 6000 Erica’s en Calluna's...

Het sluitstuk van de aanleg van het pinetum is de plaatsing aan de noordzijde van de vijver van een analemmatische zonnewijzer. Dit is een zonnewijzer waarin de mens betrokken wordt, hij fungeert als naald om de tijd aan te duiden. De zonnewijzer is een gigantisch werkstuk van onze beeldhouwer Joost Barbiers. Uitgevoerd in roze Bretons graniet met een oppervlak van maar liefst 6 x 3,5 meter. 

 

 

Stichting Utopa actualiseert en stimuleert creatieve talenten van mensen
Lees verder Stichting Utopa