Over arboreta De Dreijen en Hinkeloord
Plant, mens, kunst en cultuur. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het Depot toont dat in de zinnenprikkelende, vaste tentoonstelling ‘Van mensen, bomen en planten’. Na een rondgang en het bekijken van de film wandel je ineens anders door de arboreta van Het Depot: onbevangen en verwonderend, net als toen je nog een kind was.
Bij binnenkomst van de hoofdlocatie van Het Depot wordt je aandacht naar links getrokken: een tentoonstelling. Gaat hij over de arboreta waarover Het Depot zich ontfermt? Daar lijkt het in eerste instantie op. Maar loop je eromheen, dan zie je dat de tentoonstelling ingaat op de complexe relatie tussen de mens en zijn omringende natuur, met nadruk op planten en dan vooral bomen. We ademen hun zuurstof in, voeden ons ermee, bouwen onze huizen ervan, koken erop en warmen ons eraan, laat de tentoonstelling zien. We ontlenen onze religieuze en spirituele identiteit aan de natuur en het is een onuitputtelijke inspiratiebron voor kunst, verhalen en literatuur. De moderne, gestreste mens vindt er rust en ruimte.
Wijze boom geeft kennis prijs
Tien thema’s zijn er uitgediept in de ronde opstelling. Met een beetje fantasie zie je er een wandeling in om de dikke stam van een eeuwenoude, wijze boom. Je kijkt, luistert, voelt en ruikt. De boom geeft zijn kennis prijs. Hij maakt je ervan bewust dat mensen niet zonder bomen en planten kunnen, maar dat we er ondertussen erg onverstandig mee omgaan. In de prehistorie, zo’n 15.000 jaar geleden, raakte de natuur nog niet uit onbalans door ons handelen. Vanaf de middeleeuwen begint het massaal kappen van bos voor de bouw van steden en de aanleg van akkers om de sterk groeiende bevolking te voeden. Een korte film op een monitor toont hoe verwoestend de huidige 7 miljard tellende wereldbevolking bezig is. Terwijl bos een aangenaam klimaat, water en medicijnen levert en bescherming biedt tegen erosie en dus overstromingen. Het is een thuis voor 80 procent van onze planten en dieren. ‘Zijn we ons daarvan voldoende bewust?’, verschijnt in grote letters op het scherm. Een confronterende en ongemakkelijke vraag, waar de tentoonstelling op voortborduurt. Gelukkig niet op een zware, belerende toon met een wijzend vingertje maar juist lichtvoetig, zodat je gefascineerd raakt door de veelzijdigheid van planten en het je inspireert om bewustere keuzes te gaan maken. Dan kunnen we – hoe bescheiden ook – allemaal een bijdrage leveren aan het behoud van de oerbossen op andere continenten en de kleine landschapselementen dichtbij huis.
De zintuigen van planten
Onderzoek is een prominent thema in deze tentoonstelling. Het kan niet ontbreken als het gaat om de relatie tussen mens en plant. De menselijke neiging is om orde te scheppen in de ‘chaotische’ natuur. In de achttiende eeuw bedacht Linnaeus een logisch systeem om plantensoorten op basis van hun uiterlijke kenmerken een naam en een toevoeging te geven; de zogenoemde binomiale classificatie. Tot op de dag van vandaag worden planten op zijn manier beschreven. ‘En weet u nog hoe het determineren gaat?’, daagt de tentoonstelling uit. Dat laat je je niet twee keer zeggen.
Op een touch screen kun je aan de slag met boombladeren: enkelvoudige en samengestelde, gladde, gelobde of gekartelde randen. De tentoonstelling spreekt op allerlei manieren de menselijke zintuigen aan: voel de structuur van hout, ruik aan gedroogde kruiden en luister naar het sprookje Rapunzel. Maar planten hebben ook een soort zintuigen, wordt er uitgelegd. Wie kent niet het plantje kruidje-roer-me-niet dat bij aanraking snel zijn blaadjes in vouwt om zich te beschermen? Aanraking doet meer. Planten die elke dag gestreeld worden, blijven kleiner en sterker blijkt uit onderzoek. Dat komt doordat aanraking de productie van het plantaardige groeihormoon ethyleen beïnvloedt. Planten kunnen ook ‘ruiken’. Populieren die belaagd worden door indringers geven geurstoffen af. Andere populieren merken dat op en gaan ook afweerstoffen maken, zodat ze voorbereid zijn op mogelijke indringers. Planten kunnen veel meer dan we vermoeden, wil de tentoonstelling maar duidelijk maken.
Natuur geportretteerd
Als we het toch over zintuigen hebben: de schoonheid van planten die ons beroert, waar krijgt die een plekje in de tentoonstelling? Ga daarvoor naar de donkere holte in de tentoonstellingsboom. Een bijna meditatieve ruimte, waar de intrigerende film ‘De tuinen van Linnaeus – Hinkeloord en De Dreijen’ wordt getoond. Filmproducent Stijn van der Loo, maar ook schrijver, componist en theatermaker, voert de kijker op drie beeldschermen door de twee arboreta van het Depot. Hij geeft een indringend portret in beeld en geluid. Al is er geen gesproken woord of tekst, toch vertelt de film een helder verhaal. Van der Loo laat het ongewone van de o zo gewone natuur zien in een gecomponeerde symfonie van in elkaar vloeiende seizoenen. Het voorjaar begint zacht en lieflijk. Vrolijk vogelgezang en af en toe een rauwe schreeuw van een fazant. Plots is de voorbode van de zomer voorbij en is het weer even kil en guur. Maar het wordt toch zomer. De natuur barst bijna uit haar voegen met haar overdaad aan groei en kleuren. Al zijn het bekende taferelen – een zoemende bij in een bloem, knoppen die op springen staan en een merel op een tak – toch weet Van der Loo er een intense belevenis van te maken. Hij laat je opnieuw kennismaken met de natuur, af en toe met een kwinkslag. De wind laat een herfstblad achter op een torso van Eja Siepman van den Berg, precies als een vijgenblad van Eva, alsof de natuur zelf een verbinding wil leggen met de getoonde kunst van Het Depot.
En Linnaeus? Hij kijkt vanaf zijn buste in Arboretum De Dreijen toe, ondergaat de slagregens, de sneeuw die als een pruik op zijn hoofd blijft plakken en de zon de zon die hem opwarmt, en ziet dat het goed is.
Konijnen graven holen tussen zijn wortels, eekhoorns vinden een holletje tussen zijn takken, reeën schuilen in het kreupelhout aan de voet van zijn stam: de boom is een kleine wereld op zichzelf. Dit gegeven heeft ertoe geleid dat bomen in veel culturen gezien worden als een metafoor voor ons wereldbeeld.
In veel gevallen gaat het om ‘levensbomen’ die letterlijk de wereld verbeelden. De boom fungeert daarbij als ‘axis mundi’, de wereldas, waarbij de kruin staat voor het hogere (de ‘hemel’) en de wortels voor de onderwereld. De stam of voet bevindt zich in dit beeld op de aarde en in de wereld van de mensen. Veel culturen kennen daarnaast ‘kennisbomen’. Deze dragen vruchten van kennis of symboliseren een plaats waar kennis vergaard kan worden.
Bomen van kennis
Eén van de oudst bekende kennisbomen is de eik. De Germanen vereerden hun heilige eik als de verblijfplaats van de dondergod Donar of Thor. In latere perioden associeerden de Romeinen de eik met de Mars Silvanus (de god van de landbouw), en nog later werd hij in Engeland in verband gebracht met de jagersgod Herne of ‘de Groene Man’. Uit die traditie komt ook voort dat zowel koning Arthur als Robin Hood met de eik verbonden zijn. De ronde tafel zou een eikenhouten tafel geweest zijn en Sherwood Forest zou diverse grote oude eiken geherbergd hebben, waarin Robin met zijn metgezellen bivakkeerde.
De linde werd volgens de Germanen bewoond door de godin Freya. Lindes werden dan ook gezien als een plaats om recht te spreken en genade te schenken; zaken die werden geassocieerd met vrouwen. Ook na de Germaanse periode bleef de linde een belangrijke functie houden. Vaak werd hij geplant in de dorpskern op een plaats waar men samenkwam om te praten of feest te vieren, of waar men rechtszittingen hield. Linnaeus koos de linde als zijn naamgever toen hij een ‘wetenschapsnaam’ voor zichzelf zocht. De linde van Sambeek (gemeente Boxmeer) wordt vaak als de oudste nog levende boom van Nederland gezien. Hij is waarschijnlijk zo’n 500 jaar oud, hoewel er ook mensen zijn die denken dat hij wel 1000 jaar oud is.
Toen de eerste Christenen de heidenen in Europa bekeerden, probeerden zij zoveel mogelijk heidense tradities een Christelijke ‘variant’ te geven. Ook de boomverering moest dus een plek in het nieuwe geloof krijgen. Zo werd de acceptatie vergemakkelijkt, werd er geredeneerd, al zullen gelovigen van het oude en nieuwe geloof daar ieder hun eigen gedachten bij hebben gehad. De viering van Midwinter op de kortste dag van het jaar, waarbij de eik een belangrijk rol speelde, werd omgezet naar de viering van Kerstmis. De eik werd daarbij in de ban gedaan en vervangen door een naaldboom. Met een dergelijke ‘driehoekige’ boom kon men immers beter uit de voeten: drie zijdes konden immers symbool staan voor de heilige drie-eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Kennis en zonde
Niet alle bomen met een bijzondere betekenis hebben een positieve annotatie. In het Christelijke geloof is de boom der kennis de oorsprong van de zondeval van de mens. De kennisboom groeide in de Hof van Eden in het Paradijs, waar het Adam en Eva verboden was om er de vruchten van te plukken. Satan verleidde Eva in de gedaante van een slang tot het eten van de appel, waarop God hen strafte en hen uit het Paradijs verdreef. Ten gevolge daarvan werden mensen sterfelijk, leerden zij schaamte voor hun naaktheid kennen, moest de man aan het werk en werd het baren van kinderen een pijnlijke aangelegenheid.
God vertelde hen: Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven. Genesis 2:16-17
Levensbomen
Naast de kennisbomen komen in verschillende culturen bomen voor die geassocieerd worden met het wereldbeeld. In sommige gevallen gaat het om fictieve bomen maar in veel gevallen is bijvoorbeeld de boomsoort wel degelijk vastomlijnd. Yggdrasil (lett. Paard van Odin), de wereldboom uit de Noorse mythologie, is een echte axis mundi: in de kruin bevindt zich Asgard, de woonplaats van de goden, rond de stam bevindt zich Midgard, de wereld van de mensen en bij de wortels bevinden zich Niflheim en Helheim, de wereld van de doden en de woonplaats van de godin Hel. Over de boomsoort twijfelen vertalers van de Edda (het Germaanse godenboek) nog; Yggdrasil is of een Es of een Taxus. De verdeling van kruin, stam en wortels was overigens onderdeel van het wereldbeeld van de Maya’s. In grote delen van Afrika wordt de Baobab nog steeds als een heilige bron van leven gezien, die de wereld weerspiegelt.
Tot slot: een onechte boom
Een bijzondere boom is de Meiboom, vooral omdat hij vaak gerepresenteerd wordt door een kale paal! Hij staat symbool voor het terugkeren van de vruchtbaarheid in het voorjaar, een moment dat van oudsher in grote delen van Europa werd gevierd. In verschillende delen van Nederland wordt een Meiboom opgericht of aangeplant wanneer het hoogste punt van een nieuw gebouwd huis is bereikt.
Bovenin de paal hangt een groene krans die symbool staat voor het levensrad of de kringloop van het leven. Dit rad wordt figuurlijk in beweging gezet door in mei om de paal heen te dansen, waarbij met behulp van linten vaak een ingewikkeld patroon om de paal wordt geweven. Op veel Steinerscholen wordt deze dans nog ieder jaar uitgevoerd. Bij de viering van Pinksteren.
Planten en bomen prikkelen onze zintuigen; onze ogen genieten van de aanblik, we horen het ritselen van de bladeren en snuiven de geur van etherische oliën met graagte op. De cirkel van de seizoenen fascineert ons en de ouderdom van het bos vervult ons met ontzag. Wat hebben de oudste bomen van Nederland allemaal aan hun voet zien gebeuren? Waar hoorden zij de takken van andere bomen over fluisteren? Voor veel mensen klinken dit soort vragen misschien wat ‘zweverig’. Planten en bomen hebben in hun ogen immers geen gevoel. Zij zijn anders dan de dieren en moeten hun leven zonder zintuigen doorbrengen.
Maar is dat wel zo? Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat planten wel degelijk over een soort zintuigen beschikken. Ze geven signalen af en kunnen waarschuwings-tekens uit hun omgeving registreren. Kort gezegd: ze kunnen kijken en door elkaar bekeken worden. Veel meer dan wij tot voor kort konden vermoeden.
Zien
Planten kunnen verschillende kleuren licht waarnemen. Darwin experimenteerde al met licht en stelde vast dat zaailingen naar het licht toe groeien. Dit gebeurt door middel van een ‘blauwlichtreceptor’ die gerichte groei in gang zet. Daarnaast beschikken planten over lichtreceptoren, waarmee ze naar hun buren kunnen gluren. Bladeren laten namelijk alleen ‘verrood’ licht door - een goede indicatie dat er iemand boven je hangt. Wanneer een zaailing alleen ‘verrood’ licht met behulp van de fotoreceptor phytochroom registreert, zal hij zich proberen te strekken totdat hij gewoon licht ziet, wat nodig is voor fotosynthese. Zo ontstaat een gezonde competitie tussen zaailingen, die er voor zorgt dat planten niet willekeurig over elkaar heen groeien en buren elkaar niet in de haren vliegen.
Voelen
Het meest herkenbare ‘zintuig’ is misschien wel het gevoel. Wie kent niet het kruidje-roer-mij-niet, het plantje dat zijn blaadjes invouwt wanneer het wordt aangeraakt? Maar ook een kamerplant reageert op contact: wanneer hij elke dag gestreeld zou worden blijft hij kleiner en wordt hij steviger. Aanraking zorgt voor een toename in de productie van het gas ethyleen, een plantenhormoon dat invloed heeft op groeiprocessen. Dit gas is bijvoorbeeld ook betrokken bij de groei van rijst en zorgt ervoor dat het plantje dusdanig groeit dat het steeds slechts gedeeltelijk onder water staat. Bovendien voelen planten warmte en kou en ‘herkennen’ zij boosaardige en goedaardige bacteriën. De receptoren die dergelijke waarnemingen doen, zorgen ervoor dat de plant tot adequate maatregelen overgaat. Zo wordt een boosaardige bacterie op een blad direct herkend aan zijn zweepstaartje. Als die bacterie dan via het huidmondje probeert binnen te dringen wordt dit direct gesloten.
Ruiken
Planten geven geur af wanneer we ze ‘verwonden’: de geur van gemaaid gras is daarvan een goed voorbeeld. Zo’n 25 jaar geleden werd ontdekt dat planten zelf ook kunnen ruiken. Populieren die werden blootgesteld aan de geurstoffen van andere verwonde populieren begonnen zelf ook afweerstoffen te maken om voorbereid te zijn op indringers. Omdat de bomen ‘ruiken’ dat er gevaar dreigt, bereiden zij zich voor op hun verdediging. Het afscheiden van geur is in dit geval dus een waarschuwing aan soortgenoten. Andere planten proberen door geur af te scheiden juist hulptroepen naar zich toe te lokken. Bij insectenvraat produceren zij vluchtige stoffen die een lokmiddel zijn voor de rovers van deze insecten. De aangetrokken rovers helpen de plant vervolgens van zijn indringers af. Bonenplanten produceren zelfs extra nectar om hun helpers te kunnen belonen wanneer er te weinig insecten zouden zijn om zich mee te voeden.
Proeven
Ook onder de grond ‘communiceert’ een plant met zijn omgeving. De wortels scheiden stoffen af die worden waargenomen door andere planten. Sommige daarvan zullen daardoor besluiten uit de buurt te blijven, andere zullen juist de competitie aan gaan. Ook andere organismen, zoals bacteriën, reageren op de uitgescheiden stoffen door bijvoorbeeld een samenwerking met de plant aan te gaan, waarbij deze de gunstige werking herkent en toelaat. Parasitaire planten die zelf geen fotosynthese kennen, gebruiken uitgescheiden (voedings)stoffen van andere planten om hun zaden te laten kiemen. Tussen de wortels is dus een heel spel gaande van signaalstoffen die worden uitgezonden of waargenomen. Bovendien wordt de aanwezigheid van water en zouten ‘in kaart gebracht’, zodat de plant zich daar voortdurend op in kan stellen. Wanneer de wortels registreren dat er weinig water is, worden de huidmondjes in het blad direct gesloten om waterverlies tegen te gaan.
De Zandraket: Arabidopsis thaliana
Dit kleine plantje is heel bijzonder omdat het de eerste plantensoort is waarvan de totale DNA sequentie van het genoom in kaart is gebracht. Voor zowel de genetica als de moleculaire biologie fungeert het daarom als modelorganisme. Veel van het wetenschappelijke onderzoek naar ‘zintuigen bij planten’ wordt dan ook uitgevoerd door dit plantje te bestuderen.
Stichting Utopa actualiseert en stimuleert creatieve talenten van mensenLees verder Stichting Utopa