Arboretum De Dreijen

Arboretum De Dreijen is aangelegd in 1895 en was een initiatief van de Rijkslandbouwschool, een voorloper van wat nu Wageningen University is. De tuin begon als schooltuin met onder meer een bloemisterij, warmoezerij (groentetuin), fruittuin en boomkwekerij.

De tuin veranderde in een botanische tuin toen de universiteit na de Tweede Wereldoorlog de tuin kocht om deze te gaan inzetten voor onderwijs en wetenschap. Sindsdien heet de tuin De Dreijen, naar het universiteitscomplex waar de tuin in is opgenomen.

 

Leonard Springer, een van de bekendste landschaps- en tuinarchitecten van zijn tijd, en een groot kenner van bomen en heesters, kreeg de opdracht voor de aanleg. Hij liet zich inspireren door de toenmalige Engelse landschapsarchitectuur wat nog steeds herkenbaar is: kronkelpaden tussen de gazons, borders met hortensia’s, en een fraaie rotstuin met vijver. In het najaar van 1895 was een van de dromen van Springer een kleine naaldbomentuin, een pinetum, te realiseren in De Dreijen. Die droom werd gerealiseerd en een aantal van de destijds aangeplante bomen staat er nog steeds.

Ook het in 2013 aangelegde uitgebreide Pinetum is in deze stijl ontworpen. De oude bomen van Springer fungeren als een achtergronddecor voor de nieuwe aanleg.

 

Het sluitstuk van de aanleg van het pinetum is de plaatsing aan de noordzijde van de vijver van een analemmatische zonnewijzer. Dit is een zonnewijzer waarin de mens betrokken wordt, hij fungeert als naald om de tijd aan te duiden. De zonnewijzer is een gigantisch werkstuk van onze beeldhouwer Joost Barbiers.

 

Prachtig zijn ook de collecties van bijvoorbeeld pioenrozen, hosta’s en blauwe regen; sommige collecties behoren tot de Nationale Plantencollectie. De mammoetboom (sequoiadendron giganteum) is een ouwetje in deze tuin: hij is geplant bij het begin van de tuin in 1896.

Zo zijn er meer bomen vanaf de start van de tuin meer dan 115 jaar geleden. Zij hebben de Tweede Wereldoorlog doorstaan. De bombardementen op de Wageningse Berg hebben in de omgeving en ook hier veel schade aangericht. Dankzij schenkingen van andere tuinen is veel hersteld. De Boshoek met zijn vooral inheemse loofbomen bleef deels ongeschonden.